N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
David Lang, componist Componist David Lang baseerde ‘Prisoner of the state’ op Beethovens ‘Fidelio’. Na uitstel door corona is de opera nu te zien op festival O. in Rotterdam. Een gesprek over macht en verantwoordelijkheid.
Zelf noemde componist David Lang het in deze krant „misschien wel het slechtste idee ooit”: het herschrijven van Beethovens enige opera, Fidelio. Hij deed het toch. In 2019 ging zijn Prisoner of the state in New York met veel succes in première. De geplande Nederlandse première sneefde drie jaar geleden in de coronapandemie, maar nu is het eindelijk zo ver. Zaterdag is Prisoner of the state eenmalig te zien in de Rotterdamse Doelen, in de oorspronkelijke regie van Elkhanah Pulitzer, als onderdeel van het Festival O. (zie inzet).
Lang (66) is er zaterdag zelf bij, net als woensdagavond bij de uitvoering in Bochum. Hij kan niet wachten. De laatste keer dat hij zijn muziek gehoord heeft, was in 2020 in Londen, vertelt hij aan de telefoon. Daarna werd het stil. „Deze tournee voelt als een wond die wordt geheeld.”
Lang is trots op zijn opera. Nee, zo’n slecht idee was het dus toch niet. Maar hij wil de suggestie vermijden dat hij Beethoven op een of andere manier heeft willen ‘verbeteren’: „Prisoner of the state is niet gemaakt om Fidelio te vervangen. De twee opera’s hebben dezelfde bezetting, ze leven in dezelfde wereld. Beethoven maakt een grandioos statement: hij zegt dat de mensen vrij moeten zijn. En ik denk dat hij gelijk heeft! Maar Beethoven leefde in een andere politieke context, hij moest zijn punt omfloerster maken. Toen ik twintig was, maakte Fidelio diepe indruk op me. Maar het verbaasde me dat de opera niet naar de kern ging. De vragen die Beethoven opriep, houden me al ruim veertig jaar bezig. Ik geloof dat we kunst nodig hebben die de problemen van onze wereld adresseert.”
Een van die problemen, met name in de VS, is het totaal uit de klauwen gegroeide gevangenissysteem. „In de VS sluiten we iedereen op. Dat is een probleem. We moeten ons afvragen voor welk vergrijp het passend is een mens af te snijden van de samenleving.”
Lees ook: David Lang: ‘Ik probeer beter te componeren dan ik kan’
Claustrofobie
De titelrol in Prisoner of the state wordt vertolkt door de Nederlandse bariton Michael Wilmering. Als gevangene brengt hij de opera grotendeels door in een kleine box, vertelt hij tussen twee repetities door aan de telefoon vanuit Bochum: „Toen ik benaderd werd voor deze rol was de eerste vraag die ik kreeg: heb je claustrofobie? Pas halverwege de opera heb ik mijn eerste aria, en vanaf dat moment zing ik non-stop tot het einde. Misschien ga ik dat eerste halfuur wel yoga-oefeningen doen in mijn box, om alert te blijven. Al moet ik dan wel uitkijken dat mijn ketens niet te veel rammelen.”
In de opera zit een naamloze gevangene onterecht opgesloten in het detentiecentrum van de gouverneur. De cipier die hem bewaakt heeft een assistent, die in werkelijkheid de echtgenote van de gevangene is. Zij werkt al jaren in de gevangenis, in een poging haar man te bevrijden. De rol van assistent wordt vertolkt door de Amerikaans-Nederlandse sopraan Claron McFadden.
Toevallig tourt de Nationale Reisopera deze weken door het land met de échte Fidelio, interessant voor wie beide werken wil vergelijken. Lang nam het libretto van Fidelio als uitgangspunt, maar voegde er filosofische citaten aan toe en kortte vooral sterk in. „Alles wat me niet beviel heb ik eruit gesneden.” En dus: geen verkleedpartijen en broekrollen, geen secundaire verhaallijntjes, geen liefdesgeschiedenis voor de dochter van de cipier, überhaupt geen dochter van de cipier, geen comic relief. „Het idee dat de cipier ook een aardige man is met een gezin die alleen maar z’n werk doet – nee. Hij is medeplichtig. Dat wil ik niet verdoezelen.”
Grens
Lang wijst op het gesprek dat de cipier voert met de assistent. Ze hebben van de gouverneur opdracht gekregen om de gevangene te doden, maar de cipier weigert hem zelf te executeren; hij bewaakt hem, hongert hem uit en is bereid hem te laten sterven – maar de trekker overhalen is zijn grens. „De cipier is een cynische versie van onszelf”, zegt Lang. „We hebben allemaal geld nodig om ons leven te kunnen leiden, we hebben banen waar we misschien niet altijd achterstaan. En allemaal hebben we een grens: voorbij díé grens ben ik geen goed mens meer.”
Evil is smarter than good, poneert Lang: het kwaad is slimmer dan het goede. „Het goede gaat ervan uit dat iedereen goed is. De gouverneur is de enige in de opera met een wereldbeeld. Hij redeneert logisch en citeert Macchiavelli (‘It is better to be feared than to be loved’). Wanneer de assistent hem wil doodschieten, legt de gouverneur haar uit dat de werkelijke macht niet bij hem ligt, maar bij het volk. Totdat de mensen in opstand komen en zijn positie veranderen, zal er altijd iemand zijn die zijn rol vervult. Het is niet zijn fout, het is ónze fout. Als je denkt dat je alles kunt oplossen door één iemand te vermoorden, heb je het mis. Wat je moet veranderen is veel fundamenteler.”
Uiteindelijk is dat de kernvraag, aldus Lang: welke verplichting hebben we ten opzicht van de ander? Wie moeten we redden: onze eigen mensen of ook een vreemde? Wanneer de assistent ten slotte tegenover de gevangene staat, twijfelt ze of deze man wel echt haar echtgenoot is. Ook bariton Wilmering (Gevangene) ervaart die scène als het zwaartepunt van de opera: „Mijn vrouw komt mij bevrijden, maar ik ben daarvan niet op de hoogte. We hebben elkaar jaren niet gezien en zij weet niet zeker of ik het wel ben. Dan besluit ze mij hoe dan ook te helpen, omdat ieder mens recht heeft op redding. Dat vind ik ontroerend.”
Prisoner of the state van David Lang. Bochumer Symphoniker & Vlaams Radiokoor o.l.v. Steven Sloane. Regie: Elkhanah Pulitzer. 20/5 De Doelen Rotterdam. Inl: dedoelen.nl